Thunder haar hart sloeg op hol. Ze had eten nodig. Ze verkrampte van buikpijn. Ze rende. Waar is eten? Eten? Ze keek iedere richting uit. Maar nergens. Ze hoordde het geluid van de watervallen. Ze volgde het. Ja, hier was het. De waterval. Ze stormde het water in. Ze zette zich af en sprong. Ze ging onder water. Of hier ergens vissen waren. Ze zwemde eerste klasse. Voorral omdat ze anders nooit zoiets had gekunt. Dat had ze geleerd van haar moeder Symphony. Maar de was al dood. Ze had eindelijk een vis te pakken. Ze had de vis met haar klauwen gegrepen. Ze at hem op. De vis was toch al dood. Ze ging het water uit en schudde zich af. Ze zocht naar meer eten. Aan de rand van de watervallen stonden braambessen. Ze ging ze meteen halen en at ze op. Niets meer voor iemand. De rest moest zelf maar dingen zoeken. "Eindelijk, dit eten is heerlijk maar moeilijk te vinden!" Zei ze geïriteerd. Ze spitste haar oren. Er stond iets achter haar. Het was een leeuw. Ze keek hem aan. Hij was zoveel ouder als haar. "4 woorden: wat doe jij hier?" Zei de leeuw. "Juno? Wat doe jij nu weer hier, hey je bent verdikt." Zei Thunder lachend. "Dit is geen grapje Thunder, wat doe je hier in Feludea?" Zei hij. "Gewoon, ik woon hier nu. Dus wat is dat voor probleem." Zei Thunder. "Dat is een probleem, wij wonen ghier ook." Zei Juno. "Dat is goed hé, nu kunnen we elkaar veel zien nou doei!" Zei Thunder. Thunder was een graote pest voor iedereen. Ze liet alles verpesten. En ze was niet te stoppen. Juno moest snel het aan iedereen vertellen. Juno was de oudere broer van Thunder. Ze hadden Thunder ooit gedumpt en nu was Thunder hier. Wat raar was dit voor Thunder. Maar ze kon er mee leven. Thunder was weer opzoek naar eten. ze sprong de rivier in en zat dat wat rond te zwemmen opzoek naar eten.