Poot afdrukken staan in de grond geboord. De weg die tijgerin had afgelegd was goed zichtbaar, maar vroeg of laat zouden ze verdwijnen. Ze zouden mee genomen worden door de zee, alsof ze er nooit geweest was. Niemand zou het uiteindelijk weten dat ze weg was. Haar eigen weg die niemand veranderen kon. Ze kon haar eigen keuzes maken, Niemand die tegen haar zou zeggen wat te doen. Al telt een troep dan iet mee. Haar keuze was voor het duister de slechte kant. Er was weinig goeds in haar te vinden. In haar gedachtens was vooral haat, neit en moord te vinden. Een paar mede tijgers hadden haar gezelschap niet overleefd. Dit was buiten Felidae gebeurt. Ze kon de tijgers nog steeds horen bedelen hun te sparen. Een grijns verscheen, het idee naar moord van goedzakjes was lachwekkend. Ze hadden het recht niet te leven. Ze waren een schande voor het ras van de Tijgers. Enkel de sterke mochten overleven. En de sterkste waren voornamelijk slecht. Goedzakjes namen de tijd niet te trainen. Ze werden verblind door alles wat goed is, ze zouden niet weten hoe het echt ging. Dat ze elk moment zouden kunnen sterven. In haar oude troep werden goedzakjes ten schande gemaakt. Elke zwakkeling werd dodelijk uit de troep gegooid. Haar reden van afwezigheid daar was anders. Ze koos er zelf voor om te gaan, sterker worden was een grote reden om weg te gaan. Vreemd genoeg werd het geaccepteerd. Nu? nu zat ze in een nieuwe troep, een troep van weinig leden. Ze wilde het hoog gaan schoppen in de troep. Hoe hoger je zat hoe meer macht hoe meer kracht. De mede leden zouden het nog zwaar krijgen met haar erbij. Karou de alfa, haar respect voor hem was groot genoeg. Maar zou hem nooit over haar heen laten lopen. Ze had het gevoel dat hij een goede lijder zou worden. Van wat ze merkte was hij puur slecht iets waar Lithia het liefst zag in mede tijgers. Ze kon het gevecht haar test met elk detail herinneren. Het bloed, de pijn, de moord en haar overwinning en deelname aan de troep. Ze had zelf een compliment gekregen van de alfa. Iets wat ze niet verwachte maar erg trots op was. De meeste alfa's vonden hun zelf het beste en gaven nooit complimenten uit. Zeker geen slechte, maar het was toch gezegt en Lithia had er vrede mee. Ze had het gevoel de Karou snel weer te zien. Misschien met de troep of misschien was het één op één maar het zou snel gebeuren.
Haar stappen waren niet gestopt. Ze liep langs de Doden zee iets waar ze nu al van genoot. De duisternis straalde van de plek af. Ze zou hier vaak rond hangen, als ze niet bezig was met de troep. Een lichte grom verliet haar warme keel. Ze had het niet echt verwacht het te horen en was dus ook lichtelijk verbaasd. Toen ze zich zelf eens goed consentreedde merkte ze pas hoe stil het was. Het kleinste insect zou nog een eggo kunnen veroorzaken. Ook al waren er geen rotsen waardoor het zou kunnen gebeuren. Abrupt stond ze stil. Haar kont zakte naar beneden waardoor ze zat. Haar voor poten volegde. Haar staart sloeg lichtjes op de grond en haar ogen kneep ze iets samen. Ze genoot voor het eerst weer van een plek. Het gevoel was lang geleden. Er was niemand alleen zij en de doden zee die af en toe wat verbrande takken mee nam. Ze was best benieuwd of er hier eigenlijk wel iemand zou komen. Zo niet had ze er vrede mee ze vond de rust eigenlijk ook wel goed. Goedzakjes zouden hier toch niet komen dus daar hoefde ze niet op te hopen. Haar ogen gingen wat rond in de omgeving maar verder wachten ze gewoon af.
(geliefde alleen tijgers. Kun je het echt niet laten mag een ander katachtigsoort ook)