Een silhouet van een leeuw was te zien tussen het hoge prairiegras. Het geluid van pootstappen was duidelijk te horen in de stille omgeving. Djazé had zijn intrede gedaan in Felidae. Zijn bek liet hij open hangen , zodat zijn dodelijke tanden zichtbaar waren. Zijn ogen hadden een emotieloze uitdrukken en zijn nagels waren uit zijn klauwen. Hij trok ze nooit in. Djazé was een grote en gespierde leeuw. Over zijn neus zaten twee litekens, beiden opgelopen in een gevecht. Met grote passen liep hij verder. Bij elke stap die hij zette, kwam er een grommend/hijgend geluid uit zijn bek. Djazé stopte even en keek rond, hij vroeg zich af wat hier eigenlijk te doen was. Toen hij een grote boom zag, haalde hij zijn schouders op en hij liep er op af. Oude geuren van leeuwen hingen hier rond , maar daar trok hij zich niet veel van aan. Met een zucht liet hij zich op zijn zij neervallen , waarna hij doelloos voor zich uit staarde. Djazé was opgegroeid , samen met zijn twee broertjes en een zus. Hij was laatst geboren en hij werd een beetje uitgestoten door zijn moeder. Hij mocht wel bij haar drinken, maar dat was het dan ook. Stoeien en knuffelen mochten alleen zijn broers en zus. Djazé niet. Meegaan om te kijken hoe zijn moeder jacht maakte op een of ander dier, broers en zus mochten mee, Djazé niet. Hij was te 'zwak' , terwijl hij bijna alle 'gevechten' met zijn familie won. Niet bepaald zwak dus. Zijn moeder besteede niet echt veel aandacht aan hem. Zelfs niet als hij gewond was geraakt, ookal was het maar een schrammetje. Djazé zuchtte en staarde nog steeds voor zich uit. Zijn jeugd was niet echt een pretje geweest. Zijn witte vacht en manen vielen nogal goed op in deze omgeving. Nouja in alle omgevingen. Iets wat hij haate, het liefst zou hij zo onopvallend mogelijk willen zijn. Djazé stond weer recht en staarde voor zich uit. Na een aantal seconden weerklonk er een dreigende en heldere brul over de prairie. Djazé was hier, in Felidae.