Cissnei sloop door het lange gras. Haar felle ogen keken in het rond terwijl ze zacht gromde. Met krachtige bewegingen bracht ze haarzelf voort. Ze had honger, en was hier dan ook alleen maar om te gaan jagen. Laag bij de grond sloop ze verder. Haar staart kronkelde in sierlijke bewegingen achter haar aan. Haar ogen priemde door het onduidelijke zicht heen terwijl ze de geur van haar prooi opsnoof. Een Gazelle. Dat dier moest groot genoeg zijn om haar honger te stillen. Cissnei grijnsde vals, en sloop geruilsloos verder. Nu maar hopen dat er geen herrieschopper aankwam. In dat geval zou de prooi haar opmerken en wegsprinten, en Cissnei had geen zin om veel energie te verspillen. Niet nu, niet vandaag. `Kom maar, hapje´Fluisterde ze zacht uit, haar tanden aflikkend.