Nessah staarde naar het water dat met volle vaart naar beneden stortte. Ze stond op een rots, iets hoger dan de rivier waar de waterval mee verbonden was. Ze dacht terug aan die plotselinge regen in het bos, die het vuur had gestopt. Opeens hoorde ze een luide brul. Twee felgroene ogen keken haar aan, vanuit de bosjes. Maar ze kon verder niets zien. Opeens begon het te regenen, en de felle ogen verdwenen. Nessah begreep er niets van. Wat gebeurde er?
(Zie verhaallijn)