Voorzichtig rendde Kagerô door het hoge gras van de jungle. Tot nu toe had hij nog maar twee katachtige tegengekomen, maar die waren ookal weer zo snel verdwenen. Rustig keek hij in het rond. Deze jungle deed hem maar een heel klein beetje aan thuis denken, maar er was veel anders hier dan daar. Kagerô liet een grom van verveling horen. Misschien dat hij zo hier iemand kon vinden? Hij keek in het rond, maar rook, zag, voelde, en hoorde niemand. Het begon te schemeren in de horizonlijn. Dit vond Kagerô erg mooi. Onoplettend voor gevaar staptte hij verder door het groene woud. Totdat hij plotseling een glimp van een andere katachtige opving. Kagerô rendde er gelijk op af. Onhandig viel hij over een omgevallen boomstronk. Recht met zijn muil/bek op de grond. Rap scharrelde hij weer terug recht, en wandeldde rustig naar de glimp. Toen hij tien meter van de katachtige verdwenen was stoptte hij." Hallo" Zei hij op een rustige en vriendelijk toon tegen hem/haar.